Achtergrondinformatie over het probleem pesten en groepsdruk

In het basisonderwijs komt het fenomeen plagen en pesten veel voor. Plagen heeft een ‘grappig’ karakter en is meestal niet ernstig. Pesten echter heeft als intentie de ander schade te berokkenen. Kinderen met een goed invoelend vermogen weten goed om welke intentie het gaat. Kinderen met een achterstand op sociaal-emotioneel gebied weten vaak niet het onderscheid te maken tussen plagen en pesten. Pestgedrag kent vele vormen, zoals:

  • met woorden

  • lichamelijk

  • door achtervolging

  • door uitsluiting

  • door stelen of vernietigen van spullen

  • door afpersing

Met de komst van internet, mobieltjes en e-mail is een nieuwe vorm van pesten ontstaan: digitaal pesten. Een zeer ingrijpende vorm van pesten, doordat de pester anoniem te werk gaat en het pesten niet aan tijd en plaats gebonden is.

Pesten en groepsdruk worden vaak aan elkaar gekoppeld, omdat ze vaak gelijktijdig voorkomen. Er lijkt vaak een bepaalde mate van groepsdruk aan pesten vooraf te gaan. Soms pesten kinderen, terwijl ze het er eigenlijk helemaal niet mee eens zijn. Maar onder druk van de groep doen ze het toch. Bijvoorbeeld om erbij te willen horen.

De pestende leerling

Doorgaans is een pester geen stabiel, zeker kind. Met zijn gedrag overschreeuwt hij een bepaald signaal van onzekerheid en angst. Vaak is een pester fysiek en verbaal sterk ten opzichte van zijn groepsgenoten. Hij minacht de andere, de zwakkere. Een pester leert verkeerd gedrag aan, wat uiteindelijk kan leiden tot problematisch agressief gedrag of zelfs crimineel gedrag. Pestende kinderen zijn soms agressief en reageren eerder met geweld dan andere kinderen. Meestal vertonen ze dit gedrag ook naar volwassenen. Een pestend kind dat zijn gang kan gaan, leert dat pesten de enige manier is om je in een groep te handhaven. Het leert niet om zijn agressie op een andere manier te uiten. Binnen Respons wordt een pester gedragsalternatieven aangeleerd.

Primaire en secundaire signalen van pesters, ze:

  • pesten op een nare manier;
  • zoeken zwakkere leerlingen uit om te pesten;
  • dagen uit en intimideren;
  • maken belachelijk;
  • duwen, slaan, trappen;
  • beschadigen bezittingen van andere leerlingen;
  • laten soms volgelingen het ‘vuile werk’ doen;
  • meisjes pesten minder zichtbaar bijvoorbeeld door roddels te verspreiden, manipuleren en uit te sluiten.

De gepeste leerling

Het slachtoffer bij pestgedrag is de gepeste leerling. Hij staat vaak helemaal onderaan in de pikorde. Hij is onmachtig, vaak fysiek zwak en heeft nogal een negatief zelfbeeld waardoor hij een gemakkelijk doelwit blijft. Een kind dat gepest wordt, zal dit niet snel aan ouders of aan de leerkracht vertellen. Het voelt zich beschaamd. Een kind dat gepest wordt, is niet populair en het kind voelt dat als een tekortkoming naar de ouders toe. Soms kan het ook zo zijn dat een kind niets zegt, omdat het denkt dat het probleem dan alleen maar groter wordt. Het slachtoffer van pesten kan op twee manieren reageren. Hij kan zich terugtrekken of agressief reageren. De agressieve reactie roept al snel het idee op dat hij het pesten zelf uitlokt. De gevolgen van pesten voor het slachtoffer kunnen zeer ernstig zijn. Het is dan ook zaak het slachtoffer te helpen met zijn probleem en gedragsalternatieven aan te bieden.

Primaire signalen van kinderen die gepest worden, ze:

  • worden herhaaldelijk op een nare manier gepest;
  • worden uitgelachen en onvriendelijk benaderd;
  • worden geschopt en geslagen en kunnen zich niet verdedigen;
  • hebben ruzies, waarbij ze de neiging hebben om zich terug te trekken;
  • raken bezittingen kwijt of deze liggen overal verspreid;
  • hebben kneuzingen, verwondingen of kapot gescheurde kleren;
  • komen thuis uit school met kapotte kleren en beschadigde boeken.

Secundaire signalen van kinderen die gepest worden, ze:

  • zijn vaak alleen en buitengesloten tijdens pauzes en overblijven;
  • worden als laatste gekozen bij team-spelletjes;
  • blijven dicht bij de onderwijzer staan tijdens pauzes en overblijven;
  • lijken gestrest, ongelukkig en depressief;
  • gaan langzaam achteruit met schoolprestaties;
  • nemen geen klasgenootjes mee naar huis;
  • hebben misschien niet één goede vriend om de vrije tijd mee door te brengen;
  • worden niet uitgenodigd voor feestjes;
  • zijn bang om naar school te gaan;
  • kiezen een onlogische route naar en van school;
  • slapen onrustig met slechte dromen;
  • vragen of stelen geld van de familie.

Secundaire signalen van provocerende slachtoffers, ze:

  • kunnen zeer temperamentvol zijn;
  • proberen terug te vechten als ze worden aangevallen of beledigd, maar meestal niet erg effectief;
  • kunnen hyperactief en rusteloos zijn;
  • kunnen ongeconcentreerd zijn;
  • kunnen zich verdedigend gedragen en creëren spanning;
  • zijn onhandig en kinderlijk en kunnen irritante gewoontes hebben;
  • kunnen niet aardig gevonden worden door volwassenen (inclusief de leerkracht);
  • kunnen zelf proberen om nog zwakkere kinderen te pesten.

Een Respons op pestgedrag

Pestgedrag en groepsdruk hebben een grote impact op de fysieke, sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling van kinderen.

De methode Respons kan leerlingen helpen om:

  • de fysieke competentie te ontwikkelen door de eigen fysieke mogelijkheden en onmogelijkheden te leren kennen en de eigen kracht te kunnen gebruiken als reactie op voor hen bedreigende situaties;
  • de sociale competentie te ontwikkelen door gevoelens en emoties te verwoorden, hulp te vragen en te bieden en de eigen grenzen te voelen, stellen en verdedigen;
  • de cognitieve competentie te ontwikkelen door te beschrijven wat weerbaarheid voor hen betekent en wat hun sterke en minder sterke kanten in dit kader zijn;
  • de emotionele competentie te ontwikkelen door met hun eigen en andermans emoties en gevoelens om te gaan.

Door het ontwikkelen van deze competenties optimaliseren de leerlingen een flexibele responscapaciteit. Leerlingen zijn daardoor steeds beter in staat weloverwogen, proportioneel en oplossingsgericht te handelen in voor hen bedreigende situaties.